Het doodshoofd met gekruiste botten op campagne-folders, mag dat wel?
Afgelopen week stuitte ik op facebook op een campagne waarin het symbool met het doodshoofd met gekruiste botten werd gebruikt tegen Jakobskruiskruid. Maar mag dat eigenlijk wel? Mag je zomaar een gevarensymbool gebruiken als je aandacht wilt vragen voor een potentieel risico?
Het antwoord is kort maar krachtig: nee. En als je het tóch doet, kom je al snel in het domein van overdrijving, misleiding en regelrechte paniekzaaierij. In dit blog duiken we in het risico van het misbruik van gevarenetiketten en waarom dat alles behalve onschuldig is. Het gebruik door een (politieke of boeren) partij of fractie maakt het erger. Burgers mogen verwachten dat veiligheidssymbolen serieus worden gebruikt, niet als effectmiddel.
Wat zijn gevarensymbolen eigenlijk?
Gevarensymbolen zijn geen decoratie. Ze maken deel uit van de Europese CLP-verordening (EU-verordening 1272/2008). CLP staat voor Classification, Labelling and Packaging en regelt hoe gevaarlijke chemische stoffen en mengsels in Europa moeten worden ingedeeld en gelabeld. Denk aan symbolen voor explosieve stoffen, corrosieve middelen of – jawel – het beroemde doodshoofd met gekruiste botten.
En dat doodshoofd? Dat betekent dus niet “ik vind dit eng” of “pas op, dit is natuur”. Het betekent acute toxiciteit. Met andere woorden: als je iets inneemt dat dit symbool draagt, kun je er acuut ernstig ziek van worden of zelfs aan overlijden. Niet ooit, misschien, mogelijk. Maar nu. Meteen. Kijk zelf en zoek het doodshoofd: https://echa.europa.eu/nl/regulations/clp/clp-pictograms
Voorbeelden van waar het symbool kan worden aangetroffen Pesticide, biocide, methanol.
Het theatrale effect van het doodshoofd.
Sommige ook politieke partijen of groepen zetten het doodshoofd in om Jakobskruiskruid te demoniseren. De boodschap: dit is geen plant, dit is moord met wortel en al. Maar hier zit een knap staaltje symboolmisbruik achter. Het doodshoofd wordt gebruikt alsof de plant uit zichzelf met een gifspuit rondloopt.
Ter vergelijking: hetzelfde symbool wordt gebruikt op producten zoals cyanide, blauwzuur, waterstofsulfide… Vergelijk dat eens met een plant die pas giftig wordt als een paard er langdurig van eet, en dat vaak ook nog alleen bij hooiverwerking. De hysterie is compleet.
Waarom dit niet alleen overdreven, maar ook verboden is. Dit soort gebruik is niet alleen hysterisch, het is ook juridisch niet toegestaan.
De CLP-wetgeving is er niet om je boodschap wat pit te geven, maar om echte gevaren op een eenduidige manier te communiceren. Het misbruiken van deze pictogrammen voor campagnes valt onder onjuiste risicocommunicatie.
- Je ondermijnt het nut van échte waarschuwingen.
- Je zaait onnodige angst.
- En misschien nog het belangrijkst: je maakt van een serieuze risicocategorie een karikatuur.
Wat kun je dan wél doen?
Wil je waarschuwen voor giftige planten? Prima. Maar doe het dan eerlijk: Schrijf gewoon wat er aan de hand is: “Deze plant is giftig voor grazers bij opname.”
Laat het doodshoofd lekker op het etiket van blauwzuur staan, waar het thuishoort.
Tot slot; Gevarenetiketten zijn geen speelgoed en zeker geen decor. Ze zijn ontworpen om levens te redden, niet om zieltjes te winnen. Wie het doodshoofd inzet in een strijd tegen een plant, maakt van wetenschap parodie – en zet de deur open naar desinformatie.
Leadfoto gegenereerd door Chatgtp